Luchtvervuiling in Rotterdam is een groot probleem. Groen heeft veel positieve effecten op de lokale luchtkwaliteit. Problemen met groen in de buitenruimte zijn echter verwaaiing, afspoeling, en de mogelijke negatieve effecten van beplanting op luchtstromingen. De luchtkwaliteit binnen is vaak een groter probleem dan buiten (verbeterde isolatie maar verslechterde ventilatie, gebruikte bouwmaterialen zoals kunststof, elektrische apparatuur, ademhaling, en transpiratie), terwijl men zich voor 80-90% van de tijd binnen bevindt.
Wij richten ons dus hierom op binnenklimaten. Mos verbetert de luchtkwaliteit door zijn hoge efficiëntie in het omzetten van gassen en opslaan van organische en anorganische stofdeeltjes. Dit is te verklaren door de ‘magische kracht van mos’: het ontbreken van wortelstelsel (oppervlakte/ massaverhouding), absorptiesnelheid (1 m2 mos kan jaarlijks 20 gram fijn stof ‘opeten’) en interceptievermogen (ionenwisseling, fijn stof wordt door elektrostatische filter uit lucht getrokken). De wow-factor van mos is dat het zelfs ultra-fijnstof (het grootste gevaar voor de mens) aantrekt en verteert, wat mos onderscheidend maakt van ieder ander luchtfilter. Ultra-fijnstof is nog niet te meten door conventionele meetapparatuur. Het is echter al wel aangetroffen in de bloedstroom van mensen.
Omdat het filter volledig uit organische materialen is opgebouwd, is er gekozen voor een ronde organische vormgeving. Om bij een combinatie van verschillende filters oppervlakteverlies tussen de filters te minimaliseren, hebben de filters een afgeronde driehoekige vorm.